Na alle stampotten, stoofschotels en ovenschotels smeekt de lentezon je bijna om een wat lichter gerecht. Gelukkig is daar je ideale voorjaarsvriend: de asperge. Met asperges kun je alle kanten uit: je kunt ze koken, verwerken in een ovengerecht of pureren tot een romige soep. En vanwege al die variaties tover je er een seizoen lang de meest lekkere maaltijden mee op tafel.

Alles begint met de aspergeplant

De jonge aspergeplant is een echte doorzetter. Wat begint met een zaadje dat uitgroeit tot een plantje moet daarna namelijk nog twee jaar flink z’n best doen voordat er smaakvolle stengels gaan groeien die – eenmaal volgroeid – wij kennen als asperges. Dat lange wachten wordt beloond met ongeveer 10 tot 15 asperges per seizoen. Daarna kan er jaarlijks opnieuw geoogst worden. Dan gebeurt vanaf begin april en is een redelijk monnikenwerk omdat het oogsten handmatig gebeurt. Drie maanden later, eind juni eindigt het aspergeseizoen, zodat de aspergeplanten weer nieuwe energie kunnen opdoen voor het jaar erop.

Verschil witte asperges en groene asperges

We hebben het hierboven trouwens alleen over de witte asperge. Zijn twee broers zijn groen en paars en beide groeien boven de grond.. Groene en paarse asperges hoeven bovendien niet geschild te worden. Alleen het onderste stukje eraf halen is voldoende. Zowel groene als paarse asperges zie je niet snel in een kookpan. Groene asperges zijn heerlijk als je ze even grillt en komen met enige regelmaat voorbij op menukaarten als topping op flammkuchen of in een hartige taart. Paarse asperges zijn een stuk zoeter en een graag geziene gast in salades: gewoon rauw!

Hoe bereid je witte asperges?

Deze asperge wordt ook wel ‘het witte goud’ genoemd. Die benaming heeft ongetwijfeld te maken met haar goddelijk zachte smaak en fijne structuur. Een dergelijk koninklijke groente kan dan ook niet zonder veel aandacht en liefde bij de bereiding ervan.

Om te beginnen dien je verse asperges na aankoop te omringen met vocht. Maak een theedoek nat, wring ‘m goed uit en vouw de doek om de asperges heen. Op die manier houd je de asperges goed in de koelkast zonder dat de smaak achteruit gaat. En dan de bereiding. Voordat je de asperges kookt, schil je de buitenste laag eraf met een dunschiller. Heb je geen dunschiller in huis, dan werkt een kaasschaaf ook prima. De kop van een asperge laat je ongemoeid, dus zet je dunschiller daaronder pas op de stengel. Eenmaal geschild, snij je 2 centimeter van de onderkant af. Het zorgvuldig schillen en het verwijderen van het kontje is erg belangrijk omdat je anders draderige, moeilijk te snijden asperges krijgt. En dat willen we niet natuurlijk.

Breng ondertussen een pan met ruim water aan de kook en voeg eventueel een beetje zout toe. Je hebt speciale aspergepannen waarin de asperges rechtop kunnen staan. Heb je die niet? Geen probleem. Een ruime kookpan waarin ze plat kunnen liggen voldoet ook. Voeg de asperges toe en laat ze 4-5 minuten koken Zet dan het vuur uit en laat de pan met het deksel erop nog 20 minuten staan. De asperges zijn nu klaar. Je kunt dit controleren door het uiteinde van een asperge in te drukken. Lukt dit? Haal de asperges dan met een schuimspaan voorzichtig uit de pan zodat de kopjes niet afbreken en serveer er 4 of 5 per persoon.

Niet vergeten! Maak soep van de restjes

Zoals je hierboven kunt lezen, haal je de asperges met een schuimspaan uit de pan. Je kunt asperges beter niet afgieten om te voorkomen dat de kopjes afbreken. Maar er is nog een goede reden: je maakt van de verwijderde schillen en de harde uiteinden van de asperges plus het kookvocht namelijk eenvoudig een overheerlijke aspergesoep. Online zijn tal van lekkere soeprecepten te vinden.

Wat eet je bij asperges?

Het traditionele aspergerecept is niet voor niets traditie. Het heeft ongetwijfeld iets te maken met de verschillende structuren die dit gerecht naar een hoog niveau tillen. De bijgerechten vereisen ook nog eens geen hogere culinaire vaardigheden van je en je kunt ze prima maken terwijl de asperges aan het garen zijn in hun 20 minuten durende warme bad.

Here’s how it works.

Bak wat krieltjes tot ze lichtbruin glanzend zijn. Kook ondertussen één ei per persoon zacht tot halfzacht en maak de saus. Hollandaisesaus en asperges gaan heel goed samen. Snij vervolgens enkele plakjes beenham in repen. Zijn asperges, krieltjes, ei en saus klaar, begin dan met de asperges naast elkaar op een bord te leggen. Drapeer enkele plakjes beenham naast de asperges, leg een opscheplepel vol krieltjes en een doormidden gesneden eitje erbij en schenk de saus overheen. En? Verrukkelijk nietwaar?